Een psychoanalyticus is een ggz‑professional die niet slechts psychologische theorie beheerst, maar ook een jarenlange eigen leeranalyse en intensieve supervisie doorloopt. De methode, geboren uit het werk van Sigmund Freud en verder ontwikkeld door o.a. Melanie Klein, Donald Winnicott en Jacques Lacan, gaat uit van het principe dat ons onbewuste gevoelens, handelingen en zelfs lichamelijke sensaties stuurt. Symptomen – dwanghandelingen, terugkerende mislukkingen in relaties, onbeheersbare angst – worden gezien als compromissen tussen verdrongen verlangens en innerlijke verboden.
Setting & techniek. De klassieke setting gebruikt een divan: de analysand ligt, de analyticus zit buiten het zicht. Dit minimaliseert sociale feedback, waardoor vrije associaties, versprekingen en droomfragmenten rechtstreeks uit het onbewuste opduiken. Dromen zijn de “koninklijke weg” naar het onbewuste; condensatie, verplaatsing en symbolische vervorming worden samen ontcijferd. Overdrachtsgevoelens – verliefdheid, irritatie, wantrouwen – worden niet afgezwakt maar onderzocht als herinscenering van vroegere relationele scripts.
Duur & frequentie. Een analyse vraagt toewijding: drie tot vijf sessies per week, vaak meerdere jaren. Dit ritme creëert een psychische incubator waarin herhaling van patronen zichtbaar en voelbaar wordt. De analyst geeft geen huiswerk of snelle adviezen, maar fungeert als spiegel en projectievlak. Via interpretaties helpt hij de analysand woorden te vinden voor wat eerder onbenoembaar was, waardoor blokkades oplossen en energie vrijkomt.
Opleidingstraject. Na een master in psychologie of geneeskunde volgt een vier‑ tot zesjarige opleiding bij een erkend psychoanalytisch instituut. Verplichte componenten: minstens 300 uur eigen leeranalyse, 150–200 uur supervisie over langlopend casusmateriaal, wekelijkse theoretische seminars (Freud – Lacan – hedendaags neuropsychoanalyse). Herregistratie vereist intervisie, congressen en publicaties.
Werkvelden. Psychoanalytici werken in privépraktijken, poliklinieken, academische centra of combineren met onderzoek. Moderne varianten zoals psychoanalytische psychotherapie (1 sessie/week) en mentalisation‑based therapy vertalen de diepgang in kortere formats.
Indicaties. • Chronische relatiepatronen • onverklaarbare lichamelijke klachten • verlies van levenszin • trauma dat niet reageert op protocollaire behandelingen • creatieve blokkades. De beloning is niet alleen symptoomreductie, maar een verruimd innerlijk speelveld, toegenomen zelfkennis en duurzame verandering.